mijn bootje is gekapseisd
Mijn bootje is gekapseisd, ik spoel aan op een eiland. Na een heftige storm onderweg is nu alles stil om mij heen. Ik lig op een strand en word langzaam wakker. Het water kabbelt over mijn voeten en alles zit onder het zand. Ik hap zand en spuug het gelijk weer uit. De zon schijnt en ik sta op om te kijken waar ik terecht ben gekomen. Ik kijk om me heen en zie kilometers wit zand en een blauwe zee, het is prachtig! Aan het einde van het strand is een bos. In de verte zie ik heuvels. Tijd om op onderzoek uit te gaan. Uit de hitte, op zoek naar eten, een dak boven mijn hoofd en kijken of er nog andere mensen zijn. Ik loop het bos in. Het is best donker, maar als een echte Robinson Crusoe ga ik op onderzoek uit. Het is een prachtig bos met felgroene bomen, prachtige vogels en in de verte hoor ik een waterval. Daar ga ik heen!
Onderweg naar de waterval kom ik de meest prachtige bloemen en dieren tegen. Ze hebben waanzinnige kleuren en ogen allen vriendelijke. Zo sta ik oog in oog met een pauw die mij zijn prachtige veren laat zien. Ze zijn roze met goud en in de zon ogen ze verblindend. Ik loop langs een hut en op de deur staat: welkom. Op mijn hoede loop ik naar binnen. Binnen ziet het er gezellig uit. Er staat en tafel gedekt met eten en drinken. Er ligt een briefje bij: Na deze zware storm, mag je nu genieten van deze heerlijke maaltijd. Ik ga op de stoel zitten en begin aan de meest veelzijdige maaltijd ooit. Wat je bedenken kan is aanwezig. Alsof alles waar je aan denkt op de tafel is verschenen. Ik doe me tegoed aan deze maaltijd en geniet van iedere hap. Het is de meest heerlijke maaltijd die ik ooit heb genoten. Ik loop de hut uit en kijk om mij heen. Ik zie een kleurrijk gezelschap van allerlei mensen. Het is feest bij de waterval, wat een fantastisch eiland, dit had ik wel verdiend. Hier kan ik mezelf zijn, eindelijke een eigen plek en een mooie bijkomstigheid, iedereen is hier gezond.